In Medisch Contact een artikel van Arjon Glazenborg, Titia Spijkerman en Theo Allefs, allen psychiater bij Lentis, over het belang van de professionele staf.

Een korte samenvatting van het artikel:

‘Psychiaters delen het roer met andere zorgprofessionals’

‘Instellingen in de geestelijke gezondheidszorg zijn verplicht een medische staf in te stellen. Het is slim om niet alleen artsen, maar alle relevante zorgdisciplines daarin te vertegenwoordigen. In Groningen hebben ze dat idee doorontwikkeld.

Behandelingen zijn veelal multidisciplinair, zeker in de specialistische ggz met complexe en langdurige hulpvragen. Professionals uit medische, psychologische, verpleegkundige en (ortho)pedagogische opleidingen hebben allen hun inbreng in de zorg. Het samenwerken tussen al die zorgprofessionals is de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden. Ook in wijk- of FACT-teams met zorg- professionals die niet-academisch zijn opgeleid wordt al jaren samengewerkt (…)

Binnen Lentis hebben we dit radicaal doorgedacht. We hebben een vorm gevonden waarbij alle zorgprofessionals vertegenwoordigd zijn in een professionele staf. De basis voor het ontwerp is de beroepentabel van de NZa. Deze onderscheidt medische, psychologische, verpleegkundige, somatische, agogi- sche en vaktherapeutische beroepen. Binnen de professionele staf rekenen we de verpleegkundigen, klinisch psychologen en psychiaters tot de kerndisciplines. Zij zijn van vitaal belang voor het instand- houden van de organisatie en de continuïteit van zorg. Dit doet geen afbreuk aan de expertise van de overige disciplines (…)

Op dit moment zijn we de praktijk aan het inregelen.Het kern- bestuur wordt het vaste aanspreekpunt van de directie of raad van bestuur. De voorzitter van het kernbestuur maakt deel uit van het directieteam, bestaande uit directie en raad van bestuur. Het kernbestuur zorgt ervoor met alle bestuursleden voldoende contact te onderhouden.

We denken hiermee recht te doen aan het multidisciplinaire karakter van de ggz. Zoals we op de werkvloer met elkaar omgaan, zo organiseren we ook onze medezeggenschap en zeggenschap. Als psychiaters zijn we niet bang om het onderspit te delven. Onze positie wordt niet onder- mijnd, we verliezen geen macht of status. Het is werk en geen
wedstrijd. Hoewel het soms lijkt dat we beter zijn in het uitvergroten van onderlinge verschillen, is er uiteindelijk veel meer wat ons verenigt. In deze dagelijkse samenwerking namelijk behandelen we onze patiënten beter. Vertrouwen en wederzijds respect voor elkaars competenties zijn hiervoor tenslotte de basis.’

Lees het hele artikel hier