Els Havinga-Jonker had al vroeg de wens om in de kinder- en jeugd-ggz te werken. Spoiler: dat is gelukt! Sinds 2016 werkt ze als orthopedagoog bij Lentis Jonx. Eerst in Hoogezand, vervolgens in Drachten en inmiddels in Groningen. Ze behandelt kinderen en jongeren met uiteenlopende psychische problemen: “De problematiek is soms complex, maar als multidisciplinair team pakken we het samen op en helpen we elkaar. Dat vind ik een grote meerwaarde, ook voor cliënten. Wat er ook is, zij kunnen bij ons terecht.”

Hoe is jouw wens om in de ggz te werken ontstaan?

Ik ben opgegroeid als grote zus van een broertje met autisme. Daardoor ben ik van jongs af aan bekend met de ggz en alles wat erbij komt kijken. Al best snel groeide de wens om te werken in de kinder- en jeugd-ggz en daarom koos ik voor de studie Orthopedagogiek. Door krapte op de arbeidsmarkt ben ik eerst in het groepswerk gerold. Op den duur wilde ik meer met mijn opleiding doen en heb ik een loopbaanoriëntatietraject gedaan. Laatst vond ik aantekeningen terug uit die tijd en daar stond: het is altijd mijn droom geweest om te werken in de kinder- en jeugd-ggz. Dat vond ik zo leuk om te lezen, want het is gelukt!

Kun je iets meer over je werk bij Jonx Groningen vertellen?

Jonx Groningen is een generalistische poli met een multidisciplinair team. Daarom kunnen kinderen en jongeren met diverse problematiek hier terecht. Als behandelaar zie ik cliënten tot en met 18 jaar met bijvoorbeeld angstklachten, trauma, ADHD, ASS of een depressie. In principe pak ik de casus vanaf de intake meteen op. Er is dan voor de cliënt geen wachtlijst om in behandeling te gaan en als behandelaar kan je een steeds scherper beeld vormen. Dit doe ik altijd samen met de regiebehandelaar. Ik heb hier nooit een casus in mijn eentje. Dat vind ik belangrijk, want de problematiek is complex.

Hoe ga je om met die complexe problematiek?

Alle teamleden zoeken de verbinding met elkaar op en we dragen daardoor de problematiek samen. We hebben eens in de twee weken een algemeen teamoverleg, waarin we casuïstiek bespreken en waarin je je verhaal kwijt kan als het nodig is. Als multidisciplinair team werken we samen bij de behandeling van de cliënten. Als het nodig is, kan ik bijvoorbeeld de psychomotorisch therapeut, de psychiater of een thuisbehandelaar meer betrekken bij mijn cliënt. Als team kunnen wij dus warm om een gezin heen staan. Ik word er blij van wanneer dankzij de samenwerking een cliënt mooi vooruitgaat. Dan denk ik: wat we doen werkt en we helpen mensen verder.

Wat maakt jouw werk nog meer zo mooi?

Het contact met de cliënten staat op één. Ook daarin zoek ik de verbinding. Elk kind is onvergelijkbaar met het andere, dus het is belangrijk die band te krijgen om maatwerk te leveren. Verder vind ik de afwisseling heel leuk. Het ene uur zie je een jong kind met ASS in de spelkamer, daarna een puber met stemmingsproblematiek. Soms ben je meer in gesprek met de ouders of school, een andere keer meer met de jongere zelf. Soms heb je meer diagnostiek en onderzoek, dan weer externe overleggen buiten de deur met scholen of wijkteams en tussendoor kan er nog een crisis zijn. Die afwisseling prikkelt mij en ik geniet ervan, maar het is wel goed dat je snel kunt schakelen en een beetje stressbestendig bent als je hier werkt.

Lukt het je om ook rustmomenten te pakken?

Daar zorgen we zeker voor als team. De ochtend is bijvoorbeeld niet zo strak. Er is ruimte als je je kind naar school moet brengen en als het lukt, drinken we nog een kopje koffie samen. Verder letten we erop dat we samen pauze nemen. Als collega’s trekken we elkaar mee: ‘Kom op, het is pauze. We gaan wat eten met elkaar.’ Dat vind ik heel waardevol. We proberen de pauze de pauze te laten zijn en hebben het gezellig met elkaar. Dat zorgt ervoor dat de balans goed is. Tot slot beheer je hier je eigen agenda, waardoor je ook wat invloed hebt op je dag. Inmiddels weet ik door ervaring om dat steeds handiger te doen.

Waar houd je bijvoorbeeld rekening mee?

Voor een traumabehandeling reken ik wat extra tijd, omdat het van tevoren lastig is in te schatten hoeveel tijd de cliënt nodig heeft voor het verwerkingsproces. Ook is het voor mijzelf als therapeut prettig om wat hersteltijd te kunnen nemen indien nodig. Die verhalen die je hoort zijn namelijk best heftig. Daar leer ik echter steeds beter mee omgaan. Ik heb gezien dat cliënten opknappen door de behandeling en omdat ik weet dat het beter gaat worden, zijn nare verhalen beter te handelen.

Je hebt een hoop geleerd door ervaring. Zijn er nog andere ontwikkelingsmogelijkheden?

We kunnen elk jaar nieuwe scholingswensen indienen. Als team overleggen we wat we nodig hebben en wat ieders wensen zijn. Ik heb mij in de afgelopen jaren bijvoorbeeld bekwaamd in de cognitieve gedragstherapie en EMDR. Ik vind het mooi dat ik die kennis nu in huis heb. Daarnaast zijn er refereeravonden waar je heen kunt gaan om kennis op te doen. Ook hebben we vier keer per jaar themabijeenkomsten. Dan verdiepen we ons als team meer in een bepaald thema. We zorgen er dus op verschillende manieren voor dat onze kennis op pijl blijft.

Tot slot, heb je nog tips voor nieuwkomers bij Lentis?

Het is belangrijk dat je een lerende houding hebt en dat je je daarin laat meenemen door je werkbegeleider. Met hem of haar kan je alles bespreken waar je tegenaan loopt en daar leer je een hoop van. Durf ook te vragen, want iedereen wil graag met je meedenken en je helpen. Voor diegenen die het Noorden nog niet kennen wil ik meegeven dat Groningen een hele gezellige, bruisende stad is. Tegelijkertijd kan je zo de rust opzoeken in de natuur en dat maakt het tot een prachtige plek om te werken en te wonen.