Sebastiaan vindt dat jeugd en ouderen meer met elkaar moeten omgaan. “Het zijn nu erg gescheiden werelden. Als ik aan mijn vrienden vertel dat ik vrijwilligerswerk bij ouderen doe kunnen ze zich daar weinig bij voorstellen. Nog steeds doe ik het met veel plezier. Ik heb ontdekt dat humor belangrijk is in de omgang met ouderen.”
Zijn vrolijkheid werkt aanstekelijk
Hij heeft een grote tatoeage op zijn linkerarm en wordt hier veel op aangesproken door de ouderen. Ze vinden de tatoeage maar zo-zo. ‘Vind je hem mooi?’ vraag ik dan een beetje uitdagend. “Ja? Nou dat komt dan goed uit want ik heb al een afspraak voor je gemaakt in de tattooshop. Dan weten ze echt niet wat ze aan me hebben,” zegt hij lachend.
Van een paar ouderen die Sebastiaan wekelijks bezoekt hoor ik: ‘Ik zie hem graag komen, hij is altijd zo vrolijk dat werkt aanstekelijk.’
Hij is klaar met zijn studie aan de school voor journalistiek in Zwolle en kwam via een schrijfopdracht over ouderen in contact met het vrijwilligerswerk in het Heymanscentrum. Hij woont in een flat naast het centrum, dus hij heeft weinig reistijd nodig om zijn klus te klaren.
Ik zorg zelf voor koek en cake bij de koffie
“Alweer tweeënhalf jaar ben ik hier actief. Op zondagmorgen schenk ik koffie en thee. In een paar uur tijd ga ik langs ongeveer dertig kamers met mijn karretje. Hier en daar maak ik een praatje en ik ken de mensen inmiddels behoorlijk goed. De praatjes zijn vaak een herhaling van de gesprekken die eerder plaats vonden. Door deze regelmatige bezoeken bouw je echt een band op. Als er iemand komt te overlijden heb ik het daar soms echt moeilijk mee.”
“Toen ik aan dit werk begon mocht ik een plakje cake of koek bij de koffie en thee serveren. Door de bezuinigingen werd dit al gauw een krenterig meelkoekje. Op een gegeven moment zelfs helemaal niets meer. Nu zorg ik zelf dat er cake en koek bij de koffie wordt geserveerd. Ik koop een cake en bak zelf een kruidkoek. Ik ben hier inmiddels kind aan huis. De ouderen zien me als een soort van kleinzoon en ik zie hen als een soort van opa en oma. Sommige mensen zien bijna geen leeftijdsgenoten meer die ze nog kennen. Door bijvoorbeeld hersenbloedingen en andere beperkingen kunnen ze niet meer naar buiten om zelf mensen op te zoeken. Anderen krijgen dagelijks bezoek van familie. Ouderen blijven steeds langer thuis wonen en hebben, als ze opgenomen worden, een steeds zwaardere zorgvraag. Het personeel werkt hard om het allemaal bij te kunnen benen. Daar heb ik diep respect voor.”